Geboren in 1900, en nu bijna een eeuw oud en wonend in een
verzorgingstehuis, beschrijft Jacoba Huijzen haar levensverhaal. Haar
jeugd bij een oude vader en moeder, haar werk als leerlinge in een
boekhandel en later als eigenaresse, als ze 40 jaar is haar grote liefde
voor een Duitse oorlogsfotograaf, en de geboorte en het opgroeien van
haar dochter. In sobere bewoordingen vertelt Jacoba heel veel in 124
pagina's. Over haar grote passie schrijft zij bijvoorbeeld: 'Hij raakte
me aan op de plek die geen naam had in het sociaal verkeer, die ik
schoon hield omdat me dat zo geleerd was, maar die ik nauwelijks als
deel van mijn lichaam beschouwde.' En over haar dochter schrijft ze: 'Ik
ben nooit verliefd geworden op mijn kind. (...) Ik was het voertuig
waarmee ze zichzelf naar hem (haar vader) had laten brengen.' Een heel
mooi boek, knap geschreven en aantrekkelijk tot de laatste bladzijde. De
schrijfster (1961) won met dit romandebuut de Libelle romanprijs 1999
Description:
Geboren in 1900, en nu bijna een eeuw oud en wonend in een verzorgingstehuis, beschrijft Jacoba Huijzen haar levensverhaal. Haar jeugd bij een oude vader en moeder, haar werk als leerlinge in een boekhandel en later als eigenaresse, als ze 40 jaar is haar grote liefde voor een Duitse oorlogsfotograaf, en de geboorte en het opgroeien van haar dochter. In sobere bewoordingen vertelt Jacoba heel veel in 124 pagina's. Over haar grote passie schrijft zij bijvoorbeeld: 'Hij raakte me aan op de plek die geen naam had in het sociaal verkeer, die ik schoon hield omdat me dat zo geleerd was, maar die ik nauwelijks als deel van mijn lichaam beschouwde.' En over haar dochter schrijft ze: 'Ik ben nooit verliefd geworden op mijn kind. (...) Ik was het voertuig waarmee ze zichzelf naar hem (haar vader) had laten brengen.' Een heel mooi boek, knap geschreven en aantrekkelijk tot de laatste bladzijde. De schrijfster (1961) won met dit romandebuut de Libelle romanprijs 1999