Debuutroman van de Brits-Nederlandse schrijfster (1957). Deze roman heeft vanaf de eerste zin een onmiskenbaar surrealistisch karakter.
Hoofdpersoon is een vondelingbaby die in het Venetie van de 16e eeuw in een klooster terecht komt, waar een non het als haar eigen kind erkent. Ze wordt huishoudster bij iemand en neemt het kind met zich mee. De jongen blijkt dode mensen en dieren tot leven te kunnen wekken. Hij is doorlopend op zoek naar gedachten van anderen die op hem betrekking hebben.
Daardoorheen speelt het verhaal van een ruim 400 jaar oude man, wiens lichaam steeds weer herstelt na de meest dodelijke ongelukken. Het drinken van het levenselixer is daar de oorzaak van. De pest die rondwaart en een aantal mensen die een rol spelen, worden heel scherp beschreven, hetgeen het surrealistische karakter echter alleen maar versterkt.
Description:
Debuutroman van de Brits-Nederlandse schrijfster (1957). Deze roman heeft vanaf de eerste zin een onmiskenbaar surrealistisch karakter. Hoofdpersoon is een vondelingbaby die in het Venetie van de 16e eeuw in een klooster terecht komt, waar een non het als haar eigen kind erkent. Ze wordt huishoudster bij iemand en neemt het kind met zich mee. De jongen blijkt dode mensen en dieren tot leven te kunnen wekken. Hij is doorlopend op zoek naar gedachten van anderen die op hem betrekking hebben. Daardoorheen speelt het verhaal van een ruim 400 jaar oude man, wiens lichaam steeds weer herstelt na de meest dodelijke ongelukken. Het drinken van het levenselixer is daar de oorzaak van. De pest die rondwaart en een aantal mensen die een rol spelen, worden heel scherp beschreven, hetgeen het surrealistische karakter echter alleen maar versterkt.