Met De verliefde gevangene, dat in 1958 verscheen, bevestigde Nooteboom definitief de verwachtingen die zijn debuut Philip en de anderen drie jaar eerder had gewekt. · · · Enkele belangrijke kenmerken van de grote schrijver zijn al duidelijk in dit vroege werk te ontwaren: de verwondering over het leven die Nooteboom voortdrijft en de haast magische intuïtie waarmee hij gebeurtenissen beschouwt en weergeeft. · · · De verhalen vormen de dramatische, vaak beklemmende en gewelddadige neerslag van een reis die Nooteboom in 1957 maakte, nadat hij als matroos had aangemonsterd op het schip de Gran Rio. Het schip voer van Lissabon naar Trinidad, Brits Guyana en Suriname. De matroos zonder lippen, de dwerg uit Huelva, de verliefde gevangene uit de strafkolonie in Frans Guyana, de zwarte trompettist op het verlaten perron in Barcelona: exotische en onvergetelijke figuren, die op krachtige, poëtische wijze een wereld oproepen die inmiddels onherstelbaar is veranderd.
Recensie(s) Vroege bundel van Nooteboom met verhalen die bijna alle spelen in een tropische omgeving. De meeste verhalen zijn verhalen in de oerbetekenis: vertellingen over gebeurtenissen waarbij de historische betrouwbaarheid er minder toe doet dan het boeiende gegeven op zichzelf. Nooteboom weet steeds weer figuren te schilderen die een zijn met de romantische omgeving waarin hij ze plaatst. De paradijselijke, exotische oorden, het reizen, de liefde, het onvervulde of onvervulbare verlangen: het zijn allemaal romantische motieven die zo kenmerkend zijn voor het werk van de schrijver. Opvallend in enkele verhalen is de aanwezigheid van geweld, wat tot extra spanning leidt. Nooteboom schrijft in een soepele, vloeiende stijl.
Description:
De verliefde gevangene: en andere verhalen
Met De verliefde gevangene, dat in 1958 verscheen, bevestigde Nooteboom definitief de verwachtingen die zijn debuut Philip en de anderen drie jaar eerder had gewekt.
· · · Enkele belangrijke kenmerken van de grote schrijver zijn al duidelijk in dit vroege werk te ontwaren: de verwondering over het leven die Nooteboom voortdrijft en de haast magische intuïtie waarmee hij gebeurtenissen beschouwt en weergeeft.
· · · De verhalen vormen de dramatische, vaak beklemmende en gewelddadige neerslag van een reis die Nooteboom in 1957 maakte, nadat hij als matroos had aangemonsterd op het schip de Gran Rio. Het schip voer van Lissabon naar Trinidad, Brits Guyana en Suriname. De matroos zonder lippen, de dwerg uit Huelva, de verliefde gevangene uit de strafkolonie in Frans Guyana, de zwarte trompettist op het verlaten perron in Barcelona: exotische en onvergetelijke figuren, die op krachtige, poëtische wijze een wereld oproepen die inmiddels onherstelbaar is veranderd.
Recensie(s)
Vroege bundel van Nooteboom met verhalen die bijna alle spelen in een tropische omgeving. De meeste verhalen zijn verhalen in de oerbetekenis: vertellingen over gebeurtenissen waarbij de historische betrouwbaarheid er minder toe doet dan het boeiende gegeven op zichzelf. Nooteboom weet steeds weer figuren te schilderen die een zijn met de romantische omgeving waarin hij ze plaatst. De paradijselijke, exotische oorden, het reizen, de liefde, het onvervulde of onvervulbare verlangen: het zijn allemaal romantische motieven die zo kenmerkend zijn voor het werk van de schrijver. Opvallend in enkele verhalen is de aanwezigheid van geweld, wat tot extra spanning leidt. Nooteboom schrijft in een soepele, vloeiende stijl.