Grijpstra en De Gier, voormalige rechercheurs van de Amsterdamse moordbrigade, en sinds een 'meevaller' genoeglijk stillevend in een luxueus grachtenpand in de Amsterdamse binnenstad, worden benaderd door uit Rotterdam afkomstige oplichters.

Een door het 'Ventje' en zijn invalide vader gehuurde supertanker; werd leeg en stuurloos voor een Caribisch eiland aangetroffen. Een deel van de bemanning is vermoord, de rest wordt vermist. De lading was niet verzekerd. De opdrachtgever biedt een miljoen als de schade verhaald kan worden. Aanvankelijk weigeren de ex-politiemannen iets met het irritante ventje te maken te hebben. Kort daarop wordt De Gier op straat overvallen en raakt gewond, Grijpstra verdrinkt bijna in het IJ, en de commissaris, hun vroegere, nu gepensioneerde chef, wordt beschoten... Het onderzoek verplaatst zich vanuit de Amsterdamse binnenstad naar Sint Eustatius, waarbij de beruchte straatagenten Ketchup en Karate, en de inmiddels tot officier bevorderde sluwe recherecheur Simon Cardozo, zowel mee- als tegenwerken.

Janwillem van deWetering (1931) vond met zijn Grijpstra en De Gierromans een wereldwijd onthaal. Zijn werk is zowel bekroond als verfilmd. Na jaren van omzwervingen, zowel in de geest als rond de aarde, begon de auteur vanuit zijn retraite aan de kust van Maine, USA, aan een nieuwe reeks politieromans.