“Niets is echt gebeurd tot het beschreven is. Die uitspraak van Virginia Woolf boorde zich in mijn hoofd en bleef daar rondzingen als een eindeloze gregoriaanse mis. Is iets niets totdat het beschreven is? Is iets pas echt als woorden de contouren hebben aangegeven en vastgelegd?”
· · · Met die woorden begint Gijsje, een vrouw die nooit is gaan praten, haar leven te beschrijven. Herinneringen aan hoe zij als gevoelig kind bevroedde wat zich afspeelde onder ‘de dekzeilen van de taal’, haar ervaringen in de wereld waarin het gesproken woord vaak meer verhult dan beschrijft, en waaraan zij zich gedeeltelijk onttrekt door zelf niet te spreken, vormen de kern van dat leven. Dan ontdekt ze dat haar schoonzuster, met wie ze veel optrekt, een vreselijk geheim met zich meedraagt.
Recensie
Gijsje is een vrouw die nooit heeft leren spreken. Een aantoonbare oorzaak is er niet. Het enige geluid dat ze af en toe voortbrengt en waar ze geen controle over heeft, is een keihard lalala, door een vriend beschreven als een muzikale variant op het syndroom van de la Tourette. Naarmate Gijsje ouder wordt, ontdekt ze steeds meer dat spreken niet alleen een vorm van communicatie is, maar ook in staat is dingen ongezegd te laten of te verbloemen. Dit laatste ondervindt ze als haar schoonzusje haar een verschrikkelijk geheim toevertrouwt. Mooi, zeer zorgvuldig en weloverwogen proza, met soms wat erg veel metaforen waardoor het overigens boeiende verhaal aan kracht inboet. De schrijfster heeft zich zeer goed ingeleefd in de problematiek die een dergelijke handicap met zich meebrengt.
Description:
“Niets is echt gebeurd tot het beschreven is. Die uitspraak van Virginia Woolf boorde zich in mijn hoofd en bleef daar rondzingen als een eindeloze gregoriaanse mis. Is iets niets totdat het beschreven is? Is iets pas echt als woorden de contouren hebben aangegeven en vastgelegd?” · · · Met die woorden begint Gijsje, een vrouw die nooit is gaan praten, haar leven te beschrijven. Herinneringen aan hoe zij als gevoelig kind bevroedde wat zich afspeelde onder ‘de dekzeilen van de taal’, haar ervaringen in de wereld waarin het gesproken woord vaak meer verhult dan beschrijft, en waaraan zij zich gedeeltelijk onttrekt door zelf niet te spreken, vormen de kern van dat leven. Dan ontdekt ze dat haar schoonzuster, met wie ze veel optrekt, een vreselijk geheim met zich meedraagt. Recensie Gijsje is een vrouw die nooit heeft leren spreken. Een aantoonbare oorzaak is er niet. Het enige geluid dat ze af en toe voortbrengt en waar ze geen controle over heeft, is een keihard lalala, door een vriend beschreven als een muzikale variant op het syndroom van de la Tourette. Naarmate Gijsje ouder wordt, ontdekt ze steeds meer dat spreken niet alleen een vorm van communicatie is, maar ook in staat is dingen ongezegd te laten of te verbloemen. Dit laatste ondervindt ze als haar schoonzusje haar een verschrikkelijk geheim toevertrouwt. Mooi, zeer zorgvuldig en weloverwogen proza, met soms wat erg veel metaforen waardoor het overigens boeiende verhaal aan kracht inboet. De schrijfster heeft zich zeer goed ingeleefd in de problematiek die een dergelijke handicap met zich meebrengt.