Een nieuwe verhalenbundel van de in Amerika
wonende, maar Nederlander gebleven Janwillem van de Wetering. Veelvuldige en
langdurige bezoeken aan de Amsterdamse binnenstad inspireerden hem tot deze
nieuwe Grijpstra en De Gier-verhalen. De rechercheurs zijn nihilistischer
ingesteld dan vroeger, maar blijven zich amuseren met het handhaven van een
voor medeburgers genietbare orde.
Een tango-dansende Finse toeriste wordt beschermd tegen door haarzelf
opgeroepen seksueel geweld. Een lustmoordenaar valt in slaap. Hun chef, de
reumatische, altijd minzame commissaris, begrijpt de ‘mystiek van de Kroon’ en
bevrijdt een schatrijke weduwe van haar demonen.
Door middel van Grijpstra’s drumstel en De Giers nieuwe instrument, een
minitrompet, wordt een dolgedraaid spook in vrede verdreven.
Een protestantse prediker deelt duidelijk zijn inzichten.
In het vervolg van zijn inmiddels verfilmde Amsterdamse politieserie bewijst
Janwillem van de Wetering opnieuw dat hij een groot en onderhoudend verteller
is.
Janwillem van de Wetering (1931) vond met zijn Grijpstra en De Gier-romans een
wereldwijd onthaal. Zijn werk werd bekroond. Verblijven op Sint Eustatius en
twee reizen langs de noord- en oostkust van Papoea Nieuw-Guinea verschaften hem
ideeën voor twee nieuwe romans waarin de helden, inmiddels voor eigen rekening
werkend, nieuwe horizons overschrijden. Het noodlot, opgewekt door niet-aflatende
nieuwsgierigheid, blijft onze vrienden tarten.
Description:
Een tango-dansende Finse toeriste wordt beschermd tegen door haarzelf opgeroepen seksueel geweld. Een lustmoordenaar valt in slaap. Hun chef, de reumatische, altijd minzame commissaris, begrijpt de ‘mystiek van de Kroon’ en bevrijdt een schatrijke weduwe van haar demonen.
Door middel van Grijpstra’s drumstel en De Giers nieuwe instrument, een minitrompet, wordt een dolgedraaid spook in vrede verdreven.
Een protestantse prediker deelt duidelijk zijn inzichten.
In het vervolg van zijn inmiddels verfilmde Amsterdamse politieserie bewijst Janwillem van de Wetering opnieuw dat hij een groot en onderhoudend verteller is.
Janwillem van de Wetering (1931) vond met zijn Grijpstra en De Gier-romans een wereldwijd onthaal. Zijn werk werd bekroond. Verblijven op Sint Eustatius en twee reizen langs de noord- en oostkust van Papoea Nieuw-Guinea verschaften hem ideeën voor twee nieuwe romans waarin de helden, inmiddels voor eigen rekening werkend, nieuwe horizons overschrijden. Het noodlot, opgewekt door niet-aflatende nieuwsgierigheid, blijft onze vrienden tarten.