Kelten, Romeinen, Denen, Vikingen en Noormannen, Angelen, Saksen en Jutten. Allemaal verschillende culturen met hun eigen verhalen, die in Engeland samensmolten.

Deze sprookjes uit zeven koninkrijken, die in het begin van de 9e eeuw verenigd werden in het koninkrijk Engeland, hebben ondanks hun specifieke oorsprong een gemeenschappelijk kenmerk: rechtlijnigheid van handeling, nuchterheid en een directe toespeling op de moraal. Vooral feeën kunnen er behoorlijk in huishouden, maar ook tovenaars, dwergen en reuzen. Daarnaast weerspiegelen deze sprookjes ook zeden en gebruiken, het leven van de boeren, vissers en tinarbeiders, maar natuurlijk ook van de koningen, prinsen en lords.