Als vader Jaap blijft volhouden dat ze beter in Nederland vakantie kunnen houden dan in Italië, geven zijn vrouw Nan en haar inwonende, jongere zusje Ine uiteindelijk toe. Maar…bedingen ze beiden, dan kopen we wel een nieuwe tent! En dus bezoekt de hele familie de kampeerbeurs, waar een mooie vijfpersoons tent wordt aangeschaft. Naast de tent van hun keuze, staat een jongen te kijken naar een ander model en reageert grinnikend als hij de discussie tussen Jaap en de dames hoort. Ine is wel onder de indruk van de leuke jongen. Het voorval wordt verder vergeten en de voorbereidingen voor de zomervakantie worden gemaakt. En dan blijkt dat het niet bij een eenmalige ontmoeting tussen Ine en ‘die leuke jongen’ blijft.

Recensie(s)
Ine woont bij haar zus Nan en zwager Jaap op kamers. Als Jaap herinneringen ophaalt over de romantiek van het kamperen, voelen Nan en Ine aankomen dat zij ook moeten gaan kamperen. Ze besluiten het precies zo primitief te doen als Jaap vertelde, in de hoop dat hij, en de kinderen, geen zin meer hebben om een langere vakantie op een camping door te brengen. De meest eenvoudige tent wordt gekocht en een camping in Drenthe zonder enig comfort uitgezocht. Tijdens de vakantie wordt er in de buurt ingebroken. Ine verdenkt een jonge man die gelijktijdig met hen een tent aanschafte: hij heeft in zijn tent tekeningen van haar en hun verblijf. Dit eenvoudige ik-verhaal dat voor het eerst in 1965 is verschenen, is bij tijden humoristisch, maar de stijl is zo betuttelend en het woordgebruik zo ouderwets (vlot jurkje, een maartpakje, nylonochtendjasslip) dat het soms lachwekkend wordt. Voor liefhebbers van eenvoudige, ouderwetse familieromans.