Ervaringen van een Nederlander die in de Voerstreek in België gaat wonen.
De Randstad is dichtgeslibd en het leven is er jachtig. Paul van Gageldonk en zijn vrouw gaan verlangen naar een Limburgse villa te midden van het bronsgroen eikenhout. Helaas: honderden Hollandse pensionado’s zijn hun al voor geweest; huizen heten er niet langer huizen, maar worden ‘projecten’ genoemd, met verkoopprijzen die de randstedelijke woekerprijzen evenaren. Tot op een dag hun blik valt op een aanbieding van over de grens: een villa met sauna plus ‘dompelbad’, een inpandige garage, inclusief rustieke oude bomen en een elegante vijverpartij…Van Gageldonk is verkocht: hij wordt Nederbelg, vestigt zich in een dorp in een vreemde uithoek van België waar een mengelmoes van Duits, Frans, Limburgs en Nederlands wordt gesproken. Bij de buren is het verslag van zijn inburgeringscursus en tevens een hilarisch portret van onze geliefde zuiderburen. We leren wat er allemaal bij komt kijken als je je auto naar België wilt uitvoeren, waarom België het best verlichte wegennet ter wereld heeft (dat zelfs vanaf de maan zichtbaar is!) en waarom je naar de overheid nooit een aangetekend stuk moet zenden. Bij de buren is een kritische lofzang op België, het land van de schone stoepjes en de lelijkste architectuur, van de ergste ambtenaren en de beste doktoren, een land waar niemand elkaar verstaat, maar waar onder het genot van een van de 450 streekbieren alle plooien worden platgestreken.
NBD|Biblion recensie Twee jaar geleden verhuisde de schrijver van Zandvoort naar de Belgische Voerstreek, net over de grens van Zuid-Limburg waar hij eerst van plan was zich te vestigen. De ervaringen van zijn eerste jaar als Nederlander tussen de Belgen schreef hij op in dit boek, waarin in een vlotte en soms hilarische stijl allerlei typische zaken worden besproken die een Nederbelg tegenkomt als hij in Belgie gaat wonen. Het gaat over inburgeren en aanpassen aan de gewoonten in deze streek waar naast Frans en Nederlands ook Duits wordt gesproken. Behalve over de tegenstellingen tussen de taalgroepen vertelt hij over uiteenlopende onderwerpen als gezondheidszorg, zindelijkheid, de macht van een plaatselijke familie in het dorp, verkeersregels, frietkotten, prijsverschillen tussen Belgie en Nederland, de wijze waarop de Belgen tegen de Nederlanders in hun land aankijken en die de schrijver soms ervaart als Nederbelgje pesten etc.
Description:
Ervaringen van een Nederlander die in de Voerstreek in België gaat wonen.
De Randstad is dichtgeslibd en het leven is er jachtig. Paul van Gageldonk en zijn vrouw gaan verlangen naar een Limburgse villa te midden van het bronsgroen eikenhout. Helaas: honderden Hollandse pensionado’s zijn hun al voor geweest; huizen heten er niet langer huizen, maar worden ‘projecten’ genoemd, met verkoopprijzen die de randstedelijke woekerprijzen evenaren. Tot op een dag hun blik valt op een aanbieding van over de grens: een villa met sauna plus ‘dompelbad’, een inpandige garage, inclusief rustieke oude bomen en een elegante vijverpartij…Van Gageldonk is verkocht: hij wordt Nederbelg, vestigt zich in een dorp in een vreemde uithoek van België waar een mengelmoes van Duits, Frans, Limburgs en Nederlands wordt gesproken. Bij de buren is het verslag van zijn inburgeringscursus en tevens een hilarisch portret van onze geliefde zuiderburen. We leren wat er allemaal bij komt kijken als je je auto naar België wilt uitvoeren, waarom België het best verlichte wegennet ter wereld heeft (dat zelfs vanaf de maan zichtbaar is!) en waarom je naar de overheid nooit een aangetekend stuk moet zenden. Bij de buren is een kritische lofzang op België, het land van de schone stoepjes en de lelijkste architectuur, van de ergste ambtenaren en de beste doktoren, een land waar niemand elkaar verstaat, maar waar onder het genot van een van de 450 streekbieren alle plooien worden platgestreken.
NBD|Biblion recensie
Twee jaar geleden verhuisde de schrijver van Zandvoort naar de Belgische Voerstreek, net over de grens van Zuid-Limburg waar hij eerst van plan was zich te vestigen. De ervaringen van zijn eerste jaar als Nederlander tussen de Belgen schreef hij op in dit boek, waarin in een vlotte en soms hilarische stijl allerlei typische zaken worden besproken die een Nederbelg tegenkomt als hij in Belgie gaat wonen. Het gaat over inburgeren en aanpassen aan de gewoonten in deze streek waar naast Frans en Nederlands ook Duits wordt gesproken. Behalve over de tegenstellingen tussen de taalgroepen vertelt hij over uiteenlopende onderwerpen als gezondheidszorg, zindelijkheid, de macht van een plaatselijke familie in het dorp, verkeersregels, frietkotten, prijsverschillen tussen Belgie en Nederland, de wijze waarop de Belgen tegen de Nederlanders in hun land aankijken en die de schrijver soms ervaart als Nederbelgje pesten etc.