Tz'u-Hsi: Keizerin op de Drakentroon

Maria Warner

Book 1 of Tz'u

Language: Dutch

Publisher: Kadmos

Published: Dec 31, 1986

Description:

TZ'U-HSI
Keizerin op de Drakentroon

Van 1861 tot 1908, in de dramatische slotjaren van het eeuwenoude Chinese keizerrijk, werd China in feite bestuurd door een vrouw: de meedogenloos wrede en opportunistische keizerin-weduwe Tz'u-hsi. Zij was in 1835 geboren als dochter van een mandarijn van lage rang en was in 1851 naar het hof in Peking gekomen als een van de concubines van keizer Hsien-feng. Met steun van eunuchen had ze, vooral nadat ze de keizer zijn enige zoon had geschonken, steeds meer macht verworven.
Ze beschouwde zichzelf als 'de meest intelligente vrouw die ooit geleefd had' en zag het als haar roeping het door binnenlandse opstanden en buitenlandse interventies (de opiumoorlogen) verzwakte Hemelse Rijk weer in zijn oude kracht te herstellen. Tijdens langdurige regentschappen voor haar zoon en diens opvolgers vestigde ze een onaantastbare machtspositie, die ze met alle middelen handhaafde. Ze eiste volstrekte gehoorzaamheid en toonde zich even onverzoenlijk tegenover ieder streven naar hervorming als tegenover de verzoeken van westerse mogendheden om handelsvoorrechten. Geweld werd met geweld beantwoord; vijanden werden vermoord, opstanden in bloed gesmoord. Alleen al de Taiping-opstand, een van de grootste boerenopstanden uit de geschiedenis, eiste twintig miljoen doden! Maar bloed en onverzoenlijkheid konden de kracht van het rijk niet meer herstellen.
Tegen het eind van de eeuw steunde Tz'u-hsi nog slechts op haar hofkliek. Overal heerste chaos en opstand; de westerse mogendheden hadden China de ene concessie na de andere afgeperst en grote delen van het land waren verloren gegaan. Bij de fameuze Bokseropstand moest de keizerin-weduwe Peking ontvluchten. Haar paleizen werden grotendeels vernield. Ze leefde nog acht jaar, als een schim van zichzelf, maar even onverzoenlijk, terwijl het land op een revolutie afstevende. Een grootse biografie over de meest verbijsterende keizerin van het Hemelse Rijk, tegen de achtergrond van de dramatische ontbinding van de Manchu-heerschappij.