J. Bernlef constateert dat ‘wie niet van Carmiggelt, Elsschot, Nescio of Mary Dorna houdt [...] er maar niet aan [moet] beginnen’ en vertelt waar De schuiftrompet over gaat: ‘Kleine mensen in de crisis-tijd, stoffige hoekjes waar nooit iemand kijkt, heel precieze observaties die in hun snelle opeenvolging een sensatie van vergankelijkheid geven, het gevoel dat alles verkruimelt, en dat zelden wordt uitgesproken, maar steeds aanwezig is als de carillon-en draaiorgelmuziek op de achtergrond van al deze grotendeels in Utrecht spelende verhalen.’
Description:
J. Bernlef constateert dat ‘wie niet van Carmiggelt, Elsschot, Nescio of Mary Dorna houdt [...] er maar niet aan [moet] beginnen’ en vertelt waar De schuiftrompet over gaat: ‘Kleine mensen in de crisis-tijd, stoffige hoekjes waar nooit iemand kijkt, heel precieze observaties die in hun snelle opeenvolging een sensatie van vergankelijkheid geven, het gevoel dat alles verkruimelt, en dat zelden wordt uitgesproken, maar steeds aanwezig is als de carillon-en draaiorgelmuziek op de achtergrond van al deze grotendeels in Utrecht spelende verhalen.’