‘De Saint in de knel’ bestaat uit twee verhalen. In De onvoorzichtige professor maakt de zich altijd als gentleman gedragende Simon Templar kennis met mooie meisjes, lelijke bruten, harde actie, lage intriges en een komplot om een beroemde Britse geleerde te ontvoeren. De Rode Sabbat verhaalt over de jacht op een vroegere terrorist in de donkerste hoeken van de Londense onderwereld, waar de Saint twee keiharde killers achter zich aan krijgt.


Cartwright kwam dichterbij en probeerde met zijn bewegingen het trillen van zijn spieren te verhullen. Simon keek in het zwarte gat van de loop en wachtte op de klap, die aan de vergetelheid voorafgaat.
Het moest vroeg of laat gebeuren. Hij had te vaak gegokt en te veel risico’s genomen als de kansen miniem waren. De Saint was er altijd op voorbereid geweest om te sterven zoals hij geleefd had: uitdagend en met een glimlach op zijn lippen. Maar nu had hij een nare smaak in zijn mond. Het klopte niet. Er stak iets onsmakelijks in dat rustig afwachten om afgeslacht te worden door een man waarvoor hij alleen maar minachting had.
De Saint maakte zich klaar voor een laatste sprong, die maar op één manier kon eindigen. De knokkel van Cartwright werd wit om de trekker.