Hubert Bonisseur de la Bath, alias OSS 117, had de arm van de vrouw niet losgelaten. Hij keek haar aan. Ze had een knap gezicht, volle, erg sensuele lippen, prachtige donkere ogen en prachtig bruin haar, dat door de storm helemaal in de war was geraakt.
‘Mag ik me even aan u voorstellen,’ zei hij in het Italiaans, terwijl hij zijn pijnlijke kin wreef.
Maar zij onderbrak hem en zei in het Frans:
'Ik weet wie u bent. Ik wachtte u op bij de uitgang van het restaurant... U loopt wel erg vlug!... Nee, ik ben een Italiaanse, maar ik heb lang in Frankrijk gewoond en met Richard spreek ik altijd Frans. Dat is een oude gewoonte.’ ‘Richard?’
'Richard Schenker!’
Hij zocht in zijn geheugen. De naam deed hem wel ergens aan denken.
U moet zich hem beslist nog wel herinneren... Berlijn 1945... Juli 1945. Hij wil u spreken. Hij wil u een voorstel doen...’
Description:
Hubert Bonisseur de la Bath, alias OSS 117, had de arm van de vrouw niet losgelaten. Hij keek haar aan. Ze had een knap gezicht, volle, erg sensuele lippen, prachtige donkere ogen en prachtig bruin haar, dat door de storm helemaal in de war was geraakt.
‘Mag ik me even aan u voorstellen,’ zei hij in het Italiaans, terwijl hij zijn pijnlijke kin wreef.
Maar zij onderbrak hem en zei in het Frans:
'Ik weet wie u bent. Ik wachtte u op bij de uitgang van het restaurant... U loopt wel erg vlug!... Nee, ik ben een Italiaanse, maar ik heb lang in Frankrijk gewoond en met Richard spreek ik altijd Frans. Dat is een oude gewoonte.’ ‘Richard?’
'Richard Schenker!’
Hij zocht in zijn geheugen. De naam deed hem wel ergens aan denken.
U moet zich hem beslist nog wel herinneren... Berlijn 1945... Juli 1945. Hij wil u spreken. Hij wil u een voorstel doen...’