Hubert Bonisseur de la Bath, alias OSS 117, werd met een schok wakker en hield zijn adem in; zijn lichaam was nog half in slaap. Heel vaag meende hij een hond gehoord te hebben; er was vast en zeker iemand de schuur binnengekomen.
Er bewoog iets beneden hem. Toen fluisterde er een stem: 'Ben je daar?'
Dat moest Lin Mannowa zijn.
Maar hij herkende de stem niet meteen.
'Waar ben je?'
Ze liep naar hem toe, op de tast, en struikelde over zijn voeten en viel bovenop hem. Het was een verrukkelijk gevoel en hij voelde ineens een wilde begeerte in zich opkomen.
'Geen moeilijkheden gehad onderweg?'
'Nou en of!'
En op gedempte toon begon hij haar over die dikke man met de rode kop te vertellen. Toen hij het over de scène op de hangbrug had, voelde hij haar lichaam trillen...
Description:
Hubert Bonisseur de la Bath, alias OSS 117, werd met een schok wakker en hield zijn adem in; zijn lichaam was nog half in slaap. Heel vaag meende hij een hond gehoord te hebben; er was vast en zeker iemand de schuur binnengekomen.
Er bewoog iets beneden hem. Toen fluisterde er een stem: 'Ben je daar?'
Dat moest Lin Mannowa zijn.
Maar hij herkende de stem niet meteen.
'Waar ben je?'
Ze liep naar hem toe, op de tast, en struikelde over zijn voeten en viel bovenop hem. Het was een verrukkelijk gevoel en hij voelde ineens een wilde begeerte in zich opkomen.
'Geen moeilijkheden gehad onderweg?'
'Nou en of!'
En op gedempte toon begon hij haar over die dikke man met de rode kop te vertellen. Toen hij het over de scène op de hangbrug had, voelde hij haar lichaam trillen...