Laarmans ontmoet in een café zijn oude vriend. Als deze vraagt wat hij tegenwoordig uitvoert, antwoordt Laarmans: "De mensen bepraten en dan doen tekenen", ofwel Lijmen. Zijn vriend begrijpt het niet helemaal, maar Laarmans is wel berijd om het uit te leggen.
Laarmans heeft Boorman ontmoet in een café, en deze bood hem gelijk een goede baan aan, het was blijkbaar van Laarmans gezicht af te lezen dat hij de pest had in zijn andere baan: brieven schrijven waar hij erg weinig geld voor kreeg. Boorman belooft iets beters, en wat Laarmans helemaal goed in de oren klonk: een hoog salaris.
Laarmans moet eerst een hele metamorfose ondergaan: zijn baard moet eraf en zijn pijp en knuppel moeten weg. Zijn oude kloffie moet hij inruilen voor een net pak. Hij wordt benoemd tot secretaris van Boorman. Later moet hij het Wereldtijdschrift overnemen, tot die tijd moet hij meegaan met Boorman om te Lijmen en vuile klusjes opknappen, zoals het incasseren van een hoop geld bij arme mensen.
Het Algemeen Wereldtijdschrift voor Financiën, Handel, Nijverheid, Kunsten en Wetenschappen is eigenlijk een grote nepperij. Er zijn geen abonnees, omdat er in elke uitgave dezelfde tekstjes worden gebruikt met andere namen. Mensen worden ervoor gelijmd en vaak een hoop stuks aangesmeerd. Er zijn helemaal geen werknemers en het Wereldtijdschrift is gevestigd in een gebouw. In het gebouw vind je de volgende ruimtes: Directie, Administratie, Redactie, Kas en het Museum van Inlandse en Uitheemse kunsten. Achter de eerste vier deuren vind je alleen een grote leegte, in het Museum is werkelijk wat te vinden, namelijk bijvoorbeeld een motor, twee Engelse fietsen enzovoorts.
Hij begaat op zijn eerste dag als secretaris gelijk een grote fout: er komt een man die wel zeventig duizend exemplaren wilt bestellen. Maar als hij even bij de directie naar binnen stapt en daar een grote leegte ziet, gaat hij snel weg. Hij vertrekt met de noorderzon. Hij heeft door dat het helemaal nep is. Als Boorman er lucht van krijgt, is hij boos, maar hij zet hem er niet uit. Hij probeert Wilkinson nog te bereiken, maar die schijnt op reis te zijn.
Als Boorman's blik valt op het uithangbord van een firma waar keukenliftjes wordt gemaakt, gaan ze daar ook maar eens kijken of er wat te lijmen valt. In de smederij treffen ze een tiental medewerkers en de smid Piet Lauwereyssen aan. Deze verwijst hen door naar het kantoor waar zijn zuster zit, die de financiële kant van de zaak bijhoudt. Zij begint eerst een klaagzang over haar broer, het personeel en vooral ook over haar pijnlijke en gezwollen been. Boorman laat haar gaan en wacht op het juiste moment om haar te lijmen. Hij vertelt haar dat hij een studie over smederijen in het Algemeen Wereldtijdschrift wilt zetten, en daarin ook hun zaak wilt noemen. Mevrouw Lauwereyssen is verguld en bekent dat ze haar zaak graag in een Naamloze...
Description:
Laarmans ontmoet in een café zijn oude vriend. Als deze vraagt wat hij tegenwoordig uitvoert, antwoordt Laarmans: "De mensen bepraten en dan doen tekenen", ofwel Lijmen. Zijn vriend begrijpt het niet helemaal, maar Laarmans is wel berijd om het uit te leggen. Laarmans heeft Boorman ontmoet in een café, en deze bood hem gelijk een goede baan aan, het was blijkbaar van Laarmans gezicht af te lezen dat hij de pest had in zijn andere baan: brieven schrijven waar hij erg weinig geld voor kreeg. Boorman belooft iets beters, en wat Laarmans helemaal goed in de oren klonk: een hoog salaris. Laarmans moet eerst een hele metamorfose ondergaan: zijn baard moet eraf en zijn pijp en knuppel moeten weg. Zijn oude kloffie moet hij inruilen voor een net pak. Hij wordt benoemd tot secretaris van Boorman. Later moet hij het Wereldtijdschrift overnemen, tot die tijd moet hij meegaan met Boorman om te Lijmen en vuile klusjes opknappen, zoals het incasseren van een hoop geld bij arme mensen. Het Algemeen Wereldtijdschrift voor Financiën, Handel, Nijverheid, Kunsten en Wetenschappen is eigenlijk een grote nepperij. Er zijn geen abonnees, omdat er in elke uitgave dezelfde tekstjes worden gebruikt met andere namen. Mensen worden ervoor gelijmd en vaak een hoop stuks aangesmeerd. Er zijn helemaal geen werknemers en het Wereldtijdschrift is gevestigd in een gebouw. In het gebouw vind je de volgende ruimtes: Directie, Administratie, Redactie, Kas en het Museum van Inlandse en Uitheemse kunsten. Achter de eerste vier deuren vind je alleen een grote leegte, in het Museum is werkelijk wat te vinden, namelijk bijvoorbeeld een motor, twee Engelse fietsen enzovoorts. Hij begaat op zijn eerste dag als secretaris gelijk een grote fout: er komt een man die wel zeventig duizend exemplaren wilt bestellen. Maar als hij even bij de directie naar binnen stapt en daar een grote leegte ziet, gaat hij snel weg. Hij vertrekt met de noorderzon. Hij heeft door dat het helemaal nep is. Als Boorman er lucht van krijgt, is hij boos, maar hij zet hem er niet uit. Hij probeert Wilkinson nog te bereiken, maar die schijnt op reis te zijn. Als Boorman's blik valt op het uithangbord van een firma waar keukenliftjes wordt gemaakt, gaan ze daar ook maar eens kijken of er wat te lijmen valt. In de smederij treffen ze een tiental medewerkers en de smid Piet Lauwereyssen aan. Deze verwijst hen door naar het kantoor waar zijn zuster zit, die de financiële kant van de zaak bijhoudt. Zij begint eerst een klaagzang over haar broer, het personeel en vooral ook over haar pijnlijke en gezwollen been. Boorman laat haar gaan en wacht op het juiste moment om haar te lijmen. Hij vertelt haar dat hij een studie over smederijen in het Algemeen Wereldtijdschrift wilt zetten, en daarin ook hun zaak wilt noemen. Mevrouw Lauwereyssen is verguld en bekent dat ze haar zaak graag in een Naamloze...