Beer kan het bijna niet geloven. door een stom ongeluk is hij van het ene op het andere moment blind. Niet kan hij meer zien en dat maakt de wereld opeens heel anders. Het lijkt wel of hij alles opnieuw moet leren. Het lijkt hem vreselijk om de rest van zijn leven afhankelijk te zijn van andere mensen. Maar Berend merkt dat hij toch op zichzelf kan vertrouwen. En ook al kan hij met zijn ogen niet meer zien, zijn oren vertellen hem precies wat er gebeurt.
Dit boek werd bekroond met de Gouden Griffel
**Recencie(s)**
Na een ongeluk blijkt Beer (Berend) blind te zijn. Hij weet dit met veel kracht te dragen; in feite maakt hij zich meer zorgen om het huwelijk van zijn ouders. Toch levert het besef voor altijd blind te zijn ook veel moeilijke momenten op. Hij weet zich dan te troosten met mooie filosofieën. Niet minder belangrijk zijn de mensen die Beer ontmoet. Zuster Wil, begripvol en zelf met een verminkt gezicht, en de student die niet meer lang te leven heeft, maar al zijn levenskracht in Beer stopt. Als Beer later weer thuis is, blijkt hij in een andere wereld te zijn gekomen, van het lichamelijke naar het geestelijke. En dan is er ten slotte het met veel tegenzin tegemoet geziene blindeninstituut, een iets te abrupt eind. Een wat droevig en bijzonder aangrijpend boek, soms iets te veel aan de sentimentele kant. Prettige vertelwijze, naar het prozaïsche toe. Bekroond met de Gouden Griffel 1974. Herziene editie. Vanaf ca. 12 jaar. Redactie (source: Bol.com)
Description:
Beer kan het bijna niet geloven. door een stom ongeluk is hij van het ene op het andere moment blind. Niet kan hij meer zien en dat maakt de wereld opeens heel anders. Het lijkt wel of hij alles opnieuw moet leren. Het lijkt hem vreselijk om de rest van zijn leven afhankelijk te zijn van andere mensen. Maar Berend merkt dat hij toch op zichzelf kan vertrouwen. En ook al kan hij met zijn ogen niet meer zien, zijn oren vertellen hem precies wat er gebeurt.
Dit boek werd bekroond met de Gouden Griffel
**Recencie(s)**
Na een ongeluk blijkt Beer (Berend) blind te zijn. Hij weet dit met veel kracht te dragen; in feite maakt hij zich meer zorgen om het huwelijk van zijn ouders. Toch levert het besef voor altijd blind te zijn ook veel moeilijke momenten op. Hij weet zich dan te troosten met mooie filosofieën. Niet minder belangrijk zijn de mensen die Beer ontmoet. Zuster Wil, begripvol en zelf met een verminkt gezicht, en de student die niet meer lang te leven heeft, maar al zijn levenskracht in Beer stopt. Als Beer later weer thuis is, blijkt hij in een andere wereld te zijn gekomen, van het lichamelijke naar het geestelijke. En dan is er ten slotte het met veel tegenzin tegemoet geziene blindeninstituut, een iets te abrupt eind. Een wat droevig en bijzonder aangrijpend boek, soms iets te veel aan de sentimentele kant. Prettige vertelwijze, naar het prozaïsche toe. Bekroond met de Gouden Griffel 1974. Herziene editie. Vanaf ca. 12 jaar.
Redactie
(source: Bol.com)