Commissaris Maigret krijgt te maken met de moord op een welgestelde vrouw, wier lijk in de buurt van een sluis is gevonden.

Uit de meest nauwgezette reconstructie van de feiten viel niets anders op te maken dan dat de ontdekking van de beide scheepsjagers in Dizy, zo te zeggen, een onmogelijkheid was.
Die zondag -- het was de 4de april -- was het 's middags om drie uur begonnen te stortregenen.
Op dat ogenblik lagen er in de haven, boven sluis 14, die de verbinding vormt tussen de Marne en het zijkanaal, twee motoraken die stroomafwaarts voeren, een boot die gelost werd, en een modderpraam.