Matt Meldon, journalist, is geïntrigeerd door allerlei dat niet klopt in de voorbije Apollo-vluchten. Hij leidt eruit af, dat er aan de misterieueze achterzijde van de maan verdachte dingen gebeuren. Hij vindt steun bij generaal Stevens, een hoge piet van de NASA. Spoedig blijkt, dat Meldon gelijk heeft. De maanastronauten werden bij het overvliegen van de verborgen zijde gehipnotiseerd, zodat ze nu in dienst staan van een vreemde macht.

Na tal van avonturen, resulterend in de vluchten Apollo XXI en XXII, wordt het geheim achterhaald: de maan is niets anders dan een oeroude strijdmachine, een oorlogssateliet, in dienst van een lang verdwenen beschaving, waarschijnlijk op Venus.

De maan wordt, als oorlogsmachine, onschadelijk gemaakt. De zogenaamd verdwenen beschaving op Venus is echter nog lang niet verdwenen, integendeel. De Venusianen treden in het offensief en er volgt een aaneenschakeling van avonturen en suspense, die u zal begeesteren voor deze meesterlijke roman van een groot schrijver van eigen bodem.