Hoofdfiguren in dit boek zijn Volkert Nobel, die met zijn broers Freek en Gert het vaderlijk erfdeel, een groot gemengd bedrijf, beheert en Akke Manneveld, dochter van wijlen Arie Manneveld. Akke heeft van haar vader haar levensdrift en haar liefde voor de natuur en de dieren geërfd. Akke is na de dood van haar vader, die na een marktdag verdronk, huishoudster geworden bij een zeer oude man, Dirk Kaan. Volkert, de nog enige vrijgezel van de broers, woont samen met Ma Paarlberg, een oud 'familiestuk', die het huishouden allang niet meer aankan. Volkert heeft de zuinige aard van zijn broers, maar kan niet tegen hen op, en zeker niet tegen hun heerszuchtige trotse vrouwen Bregt en Griet, beiden dochters van welvarende landbouwers.

Dirk Kaan en Ma Paarlberg overlijden kort na elkaar en Akke Manneveld trekt als huishoudster in bij Volkert, met wie zij spoedig daarna trouwt. Voor de broers van Volkert, maar vooral voor de vrouwen, betekent dit een oorlogsverklaring, omdat het Akke (die zelf niets meebrengt) naar hun mening slechts om geld te doen is. Geen middel laten zij onbeproefd om een scheuring teweeg te brengen.

Voor Volkert en Akke breekt een moeilijke tijd aan, die hen echter steeds dichter bij elkaar brengt. Het is deze verbondenheid die hen uiteindelijk doet zegevieren.