Geloof ik eigenlijk nog wel in de liefde? Het is een vraag die de vierendertigjarige Thomas Wolf zich lang niet heeft durven stellen. Maar nu hij is gevallen voor het jonge meisje A. moet hij wel. Zeker als zijn enige vriend, de zieke filosoof Adriaan, hem vraagt om elk onderdeel van zijn relatie te documenteren. Adriaan, die vreest de kerst niet te zullen halen, wil nog één keer meemaken hoe het is om helemaal in iemand op te gaan. Vanaf dat moment is Thomas een dubbelagent in de liefde. Ondertussen eist A. al zijn aandacht op: ze wenst het beste stel uit de geschiedenis te zijn, wil dat iedereen jaloers op hen is, en ze rust niet voordat ze Thomas heeft laten zien wat het in het huidige 'narcistische tijdperk' betekent om van iemand te houden. Maar wanneer ze elkaar helemaal proberen te doorgronden, komt hun relatie onder steeds meer druk te staan. Wie zal wie het eerste hebben ontleed en wat zal er gebeuren als alle geheimen eindelijk boven water zijn gekomen?


Recensie(s)

Wat is liefde? Een geheim, een klucht of iets ongrijpbaars? In Heerma van Voss' reconstructie probeert de dertiger Tomas Wolf – scenarist en wees – greep te krijgen op dat fenomeen, voor hem belichaamd in het achttienjarige meisje A. Hij beschrijft een kat-en-muisspel met dat 'egoïstisch mormel', dat gebruikmaakt van zijn verlatingsangst. De dood – zijn stervende grootmoeder en zijn doodzieke vriend Adriaan – kruipt onder zijn huid. Zijn grootste geheim is zijn indirecte betrokkenheid bij het dodelijke auto-ongeluk van zijn ouders. 'Objet A' is voor Tomas Wolf een schrijfles in leven, waar met moeite iets van te weten valt. Het meisje A wil dan wel een beetje gevaarlijk leven, uiteindelijk valt ze in de groef van het studentenbestaan. Liefde als levensles en als commentaar op de moderne tijdgeest. Wat bezielt de huidige jeugd? Verdwijnt ze in narcistische navelstaarderij? Deze liefdesroman probeert het tegenwoordige egoïsme te ontmaskeren.

G. Boomsma
(source: Bol.com)