Na Abrikozen lang de Nijl beschrijft Colette Rossant in Terug naar Parijs haar leven in Frankrijk in de jaren vijftig. Herinneringen, familieverhalen, beschrijvingen van uitvoerige maaltijden en recepten rijgen zich aaneen. Rossant slaagt erin een stokbroodje-ham te laten klinken als een delicatesse en beschrijft frambozentaart met dezelfde hartstocht als waarmee anderen vertellen over hun liefdesaffaires: dit is schrijven over eten op z'n best.
Colette Rossant schreef acht kookboeken en Abrikozen langs de Nijl: culinaire herinneringen aan Egypte. Voor haar journalistieke werk heeft ze de James Beard Award gekregen. Ze is columniste voor de Daily News en schrijft voor diverse tijdschriften over koken en reizen. Ze woont in New York.

Recencie(s)

Colette Rossant werd in 1933 in Frankrijk geboren in een rijke familie. Een deel van haar jeugd bracht ze door in Cairo*. In 1947 keert ze met haar moeder naar Parijs terug en gaat bij haar Franse grootouders wonen. Ook daar is ze vaak in de keuken te vinden bij de kokkin. Die tijd in Parijs is niet zo eenvoudig: haar wispelturige moeder besteedt de opvoeding van haar kinderen uit aan de zeer formele grootouders. Als in Egypte Nasser aan de macht komt, werkt dat negatief op het familiekapitaal. Er wordt dan ook driftig naar een geschikte huwelijkskandidaat gezocht. Uiteindelijk trouwt Colette in 1955 een Amerikaan die ze al in Parijs ontmoette toen ze zestien was. Na een tijd in Munchen en in Italie gewoond te hebben gaan ze tenslotte naar New York. Daar moet Colette zich erg aanpassen aan het Amerikaanse voedingspatroon. Boeiend geschreven, goed vertaald. Zoals in het voorgaande boek wordt ook hier ieder hoofdstuk besloten met een aantal leuke, uitvoerbare recepten. Geillustreerd met enkele historische en familiefoto's in zwart-wit.

Niet afzonderlijk leesbaar.