Onder het pseudoniem Martin Mons schreven twee Haagse dames tientallen succesvolle detectives. Bijna al hun verhalen spelen in Nederland. Hun vaste speurder is Pieter Auguste Perquin, in het eerste boek nog een jonge politieman in Brabant, maar al snel opklimmend tot hoofdinspecteur bij de Amsterdamse recherche.

Een inbraak in een keurig pension in de Amsterdamse museumbuurt en twee raadselachtige moorden in een steegje bij de Zeedijk, - zo op het oog lijkt er geen verband te bestaan maar inspecteur Perquin herkent een bepaald patroon. En dat leidt hem tenslotte naar de oplossing van zijn eerste ‘grote’ moordzaak, die de meest dramatische van zijn hele carrière zal blijven.