Deze thriller van Martin Mons
verplaatst ons naar het hotelletje in een Bretonse badplaats, waar
hoofdinspecteur Perquin met zijn vrouw en hun zoontje de zomervakantie
doorbrengt; hier logeert ook een groepje automobilisten, onder wie zich een
bekend schrijver bevindt.
Door een toeval komen de Perquins in aanraking met twee leden van dit
gezelschap, dat de andere gasten negeert. Een van deze twee is een wat dwaze
schilderes die in haar doeken nooit iets anders dan haar ‘ziel’ weergeeft,
zoals ze zelf verklaart. De andere is een kleine, timide vrouw in het grijs die
de echtgenote van de grote schrijver blijkt te zijn.
Enige maanden later wordt Perquin het onderzoek opgedragen naar de dood van de
auteur, daar de omstandigheden waaronder deze is overleden een sterk vermoeden
van moord wekken. Eenmaal ter plaatse vallen Perquin enkele merkwaardige dingen
op, bijvoorbeeld dat de slaapkamer de indruk geeft al in tijden niet gebruikt
te zijn; dat het pyjamajasje van de dode scheef is dichtgeknoopt, de broek
achterstevoren is aangetrokken. Op de rug van het lijk zitten schaafwonden die
volgens de doktoren pas na de dood zijn ontstaan.
De meeste mensen die het echtpaar kennen wijzen de vrouw aan als de schuldige.
Haar dokter beweert dat ze au fond normaal is, maar aan een angstneurose lijdt.
Perquin heeft de indruk dat zij doodsbang is en hij vraagt zich af, wat de
oorzaak kan zijn van die angst; hij voelt dat de sleutel tot dit raadsel hier
te vinden is. Eindelijk komt hij tot de ontdekking dat hij deze sleutel van het
begin af aan zelf in handen heeft gehad door een paar woorden van iemand die
met de hele zaak niets heeft uit te staan!
Description:
Door een toeval komen de Perquins in aanraking met twee leden van dit gezelschap, dat de andere gasten negeert. Een van deze twee is een wat dwaze schilderes die in haar doeken nooit iets anders dan haar ‘ziel’ weergeeft, zoals ze zelf verklaart. De andere is een kleine, timide vrouw in het grijs die de echtgenote van de grote schrijver blijkt te zijn.
Enige maanden later wordt Perquin het onderzoek opgedragen naar de dood van de auteur, daar de omstandigheden waaronder deze is overleden een sterk vermoeden van moord wekken. Eenmaal ter plaatse vallen Perquin enkele merkwaardige dingen op, bijvoorbeeld dat de slaapkamer de indruk geeft al in tijden niet gebruikt te zijn; dat het pyjamajasje van de dode scheef is dichtgeknoopt, de broek achterstevoren is aangetrokken. Op de rug van het lijk zitten schaafwonden die volgens de doktoren pas na de dood zijn ontstaan.
De meeste mensen die het echtpaar kennen wijzen de vrouw aan als de schuldige. Haar dokter beweert dat ze au fond normaal is, maar aan een angstneurose lijdt. Perquin heeft de indruk dat zij doodsbang is en hij vraagt zich af, wat de oorzaak kan zijn van die angst; hij voelt dat de sleutel tot dit raadsel hier te vinden is. Eindelijk komt hij tot de ontdekking dat hij deze sleutel van het begin af aan zelf in handen heeft gehad door een paar woorden van iemand die met de hele zaak niets heeft uit te staan!